Naar België, 2 t/m 4 juni 2022
De Gay Garden Club had een evenement georganiseerd op vrijdag 3 juni in Belgisch Limburg. We besloten om er, samen met Bert Stokwielder, een korte vakantie van te maken door er twee dagen aan vast te plakken. Het vinden van logies voor die periode viel nog niet mee, het verblijf zou vallen vlak voor de Pinksterperiode. Uiteindelijk konden we de twee kamers boeken van een Bed & Breakfast in Diest, een kleine 40 kilometer verwijderd van het gebied in Belgisch Limburg waar we met de GGC naar toe zouden gaan. De kamers lagen boven een café aan de Grote Markt van Diest.
Donderdag 2 juni
Vroeg vertrek vanuit Almere, via Hilversum waar Bert woont, naar België. We kiezen de route via Tilburg en Poppel en dan is het niet zo ver meer naar Geel in de Kempen, waar we willen pauzeren. Geel is beroemd omdat daar al sinds de middeleeuwen mensen met een geestelijke beperking worden opgenomen in huisgezinnen. Momenteel wonen er nog zo'n 200 patiënten in gastgezinnen. Deze traditie is in het leven geroepen door de H Dymphna die in Geel een gasthuis heeft gesticht van waaruit patiënten in het dorp werden geplaatst. Momenteel is er in de gothische kerk van de H Dymphna een tentoonstelling onder de naam ''Zot van Dimpna'' (de naam van de heilige wordt op diverse wijzen gespeld). Voor deze gelegenheid is een altaarstuk naar Geel gehaald dat op zeven individuele panelen het levensverhaal van de heilige laat zien, eindigend met haar onthoofding door haar eigen vader. Er is nog een achtste paneel, maar daarvan is alleen nog een copie bewaard gebleven en ook die is op de tentoonstelling te zien. Het is het paneel waarop de onthoofding is afgebeeld.
Vooraan in de kerk zien we het grafmonument voor Jan III van Merode en Anna van Gistel. Jan heeft een leeuw aan zijn albasten voeten en Anna een hond. Ze symboliseren respectievelijk kracht en trouw. De prinselijke familie De Merode woont nog steeds in de nabijheid. In de kerk krijgen we uitvoerig uitleg en we krijgen ook een gratis affiche mee van de tentoonstelling. We wandelen terug naar de auto en op het marktplein voor de St Amanduskerk strijken we neer voor een verdiende cappuccino en thee. Als gebak wordt een dessert geserveerd van appel, het gerecht wordt in een diepe schaal opgediend.
We vervolgen onze weg naar Diest in het Hageland, Vlaams Brabant. De Grote Markt is goed te vinden en we melden ons bij het Bed & Breakfast. De beloofde parkeerplaats blijkt alleen via een enorme omweg te bereiken te zijn, maar is wel vlakbij. Door het eenrichtingsverkeer is het een hele uitdaging om je per auto door Diest te verplaatsen. De parkeerplaats is een garage op een binnenplaats. De deur mag niet in het slot vallen, dus blijft die de hele tijd hangen, maar niemand die dat kan zien. De waard is erg spraakzaam en biedt een consumptie aan, maar we willen de stad gaan verkennen en het is al 4 uur, terwijl de St Sulpitiuskerk al om 5 uur gaat sluiten. Het wordt dus toch nog haastwerk, want de kerk is bijzonder rijk aan bezienswaardigheden. Voor Nederlanders van bijzonder belang is het graf van prins Philips Willem van Oranje-Nassau, de oudste, altijd katholiek gebleven, zoon van Willem van Oranje. Hij was een gevangene van koning Philips II van Spanje en is op tragische wijze om het leven gekomen in Brussel, namelijk door een verkeerd uitgevoerd lavement. Hij wilde in een katholieke kerk worden bijgezet, in de Oranjestad waar hij het dichtst bij zou zijn na zijn overlijden en dat was Diest. Zijn grafsteen is eenvoudig, een platte steen met Latijnse tekst.
De St Sulpitiuskerk herbergt tal van kunstwerken en er is een heuse schatkamer. Het is dan ook al 5 uur geweest als we weer weggaan, de gidsen (waaronder een rustend huisarts) doen de lichten al voor een deel uit. We volgen deels de Oranjewandeling en die brengt ons langs het Hof van Nassau, ooit de bescheiden residentie van de Oranjes, die Heren van Diest waren en dat nog altijd zijn. Hier is ook de ingang van het Warandepark, eertijds ook al van de Oranjes en toen deels ingericht als dierentuin. We ontmoeten er een heer met een hondje en die laat ons een openluchttheater zien, dat in het park is verscholen. Het is een voormalige steengroeve waarin het in de regio voorkomende ijzerzandsteen werd gewonnen en dat materiaal staat garant voor een prima akoestiek.
Het Begijnhof is nu vlakbij en we bereiken het via een steile afdaling. Het complex is prima gerestaureerd, de bewoners betalen erfpacht voor hun huisje en de grond. De laatste begijnen zijn al lang overleden en zijn als beeldengroep vereeuwigd. Naast de begijnhofkapel is een stil terras waar we neerstrijken en een eenvoudige maaltijd gebruiken.
De avondwandeling terug naar de Grote Markt voert langs het deels weer opengelegde riviertje de Demer. We zijn nogal vermoeid van de reis en de talrijke indrukken en we gaan vroeg slapen. Dat lukt wonderwel goed, we horen nauwelijks geluid van buiten.
Vrijdag 3 juni
Het ontbijt wordt al vroeg opgediend en is voortreffelijk. Vandaag nemen we deel aan het evenement van de Gay Garden Club. De uitvalsweg naar Belgisch Limburg blijkt afgesloten en we bereiken via een omweg het Kasteel van Hex in het dorp Heks. We zijn vroeg en de overige deelnemers aan het evenement komen er langzamerhand aan. Het Kasteel van Hex is gebouwd als buitenverblijf van de prins-bisschop van Luik en wordt nu bewoond door de grafelijke familie d'Ursel. Tweemaal per jaar wordt hier een tuinfestival gehouden, waar tal van kwekers naar toe komen. Het kasteel is gebouwd in klassieke 18de eeuwse stijl en ook het park is streng geometrisch opgezet. Verder van het kasteel vandaan is het park romantisch, een afwisseling van bosschages en weilanden, doorsneden door statige lanen van onder andere rode beuk. Onze wandeling voert ons langs de moestuin die onderaan een lange muur ligt. Er zijn veel vrijwilligers aan het werk. Ze wijzen ons op een intrigerend bouwwerk dat enigszins doet denken aan een kapel. Het is het mausoleum van het paard van de bisschop en daarom is het bouwsel voorzien van het bisschoppelijk wapenschild. We verlaten het park langs de talrijke kramen van kwekers uit binnen- en buitenland.
De volgende halte deze dag is de Hogelandshoeve in Hoeselt. Ondanks de naam blijkt hier geen boerderij aanwezig, maar een hal vol kringloopartikelen. De beide heren die hier de scepter zwaaien hebben een lunch voorbereid op biologische basis. De aardbeien met vlierbessensap smaken heerlijk. Er kunnen jams en kruidenplantjes worden gekocht.
Het is nogal een gezoek naar de voormalige abdij Herkenrode bij Hasselt. Een deel van het gigantische gebouwencomplex staat er nog, maar de abdijkerk is al lang door brand verdwenen. Het complex heeft nu vooral een horecafunctie. Ons doel is de kruidentuin achter het complex. Die tuin is wel instructief, maar kan wel wat extra onderhoud gebruiken.
Onze zoektocht is nog niet ten einde, want het laatste onderdeel van het programma is het Arboretum Bokrijk en dat is nergens op het immense terrein van het Domein Bokrijk aangegeven. De navigatie wijst ons naar de hoofdingang van het Domein en daar is het in elk geval niet. Na enkele omzwervingen bereiken we dan toch de juiste parkeerplaats en een onooglijk hek blijkt de ingang van het Arboretum. Dat Arboretum is boeiend, maar wel erg vol planten. De wandeling via bruggetjes is aangenaam en we arriveren verkwikt bij het Koetshuis van het kasteel, waar we in de buitenlucht dineren. Het stoofvlees met friten en salade smaakt heerlijk.
Terug in Diest blijkt het Nederlandse elftal te voetballen tegen uitgerekend België. De stemming bij de bevolking is nogal in mineur, maar men neemt ons de nederlaag (1-4) niet kwalijk. We maken een avondwandeling langs de weer open delen van de Demer en we zien het voormalig refugiehuis van de Abdij van Tongerlo, tevens opslagplaats van graan, uit het water oprijzen.
Zaterdag 4 juni
Vandaag is het al weer de laatste dag van onze korte vakantie. We halen onze auto op en rijden naar Scherpenheuvel. Deze plaats ligt op een steile heuvel boven de Demer en de aartshertogen Albrecht en Isabella hebben er een barokke koepelkerk gebouwd (1627) ter ere van Maria, op wier voorspraak de protestanten in de Zuidelijke Nederlanden waren verslagen. Scherpenheuvel is het belangrijkste bedevaartsoord van Vlaanderen en het is er vandaag al vroeg druk. We bezichtigen de koepelkerk tussen twee missen door en weten zelfs de sacristie te betreden, waar we hartelijk welkom worden geheten. Het opsteken van kaarsen vormt hier geen probleem, dat kan hier overal.
We rijden binnendoor door het prachtige Hageland naar Zoutleeuw. Deze plaats was eeuwen terug belangrijk als vesting op de grens van Brabant en het bisdom Luik en ook was het een handelsplaats aan het riviertje de Kleine Gete. Zo werd er steenzout via het water aangevoerd en verhandeld. In die periode werd de gothische St Leonarduskerk gebouwd. Zoutleeuw raakte later in verval, maar de kerk is er nog en verder zien we het ook al gothische voormalige raadhuis met daarnaast de lakenhal. De kerk gaat pas om 14 uur open en dus wandelen we het toeristenbureau binnen. De dienstdoende gastheer nodigt ons uit om het voormalig raadhuis te bezichtigen en meteen staan we in een enorme ontvangsthal met een fresco dat de geschiedenis van het stadje uitbeeldt. Daarnaast is de voormalige burgemeesterskamer en via een trap bereiken we een zaal met bodemvondsten uit de Kleine Gete en een maquette van de vesting. Tot de bodemvondsten behoren mosselschelpen die blijkbaar werden gebruikt door schepelingen na toiletbezoek. Toiletpapier was toen nog onbekend. De trap gaat verder omhoog en we bereiken een torenkamer waar vanuit we het stadje kunnen overzien.
De koster dient zich al 10 minuten voor 14 uur aan en we mogen meteen mee de kerk in. Het is een prachtige lichte ruimte met veel kleur. Ook hier tal van kunstwerken, waaronder ex voto's (in zilver uitgevoerde afbeeldingen van genezen lichaamsdelen en huisdieren, die als dankbetuiging aan de kerk zijn geschonken). We zien de voorbereidingen voor de St Leonardusprocessie die op Tweede Pinksterdag wordt gehouden. Die processie wordt gecombineerd met een kermis, die vanmiddag al begint. Terug buiten zien we de harmonie oefenen en de sfeer is feestelijk. In die stemming strijken we neer op een terras en bestellen een Koninginnehapje, eertijds vol-au-vent genoemd en bij ons pasteitje met kippenragout.
Het wordt tijd om weer op huis aan te gaan. De terugreis verloopt weer via Geel, Turnhout en Poppel naar de grens. We zijn mooi op tijd weer thuis, veel indrukken rijker.